Hoofdstuk 27 uit *Koning in Europa* waarin het eind
van drie Europese koningen wordt beschreven; James, Louis en Willem...
Toen James na zijn vlucht uit Engeland in januari 1689 landde aan de Franse kust in Ambleteuse, zakte hij nederig door de knieën om God te danken voor zijn verlossing. De toekomst zag er, wat hem betrof, bemoedigend uit. De gevluchte koning besefte op dat moment waarschijnlijk niet dat hij nooit meer een voet op vaderlandse bodem zou zetten.
Na een korte rustpauze in een dichtbij gelegen boerderij, werd James naar Versailles gereden waar hij hoopte zich met zijn vrouw te herenigen. Vlak voordat de koets bij het immense paleis arriveerde, bereikte hem het bericht dat koning Louis hem zou verwelkomen in Saint-Germain-en-Laye, ongeveer zestien kilometer ten noorden van Versailles, waar zijn echtgenote en zoontje, Mary van Modena en de Prins van Wales, op hem wachtten.
De koets jakkerde verder en reed laat in de middag van 7 januari 1689 het binnenhof van het paleis van Saint-Germain-en-Laye op. Louis verwelkomde James hartelijk in zijn geboortekasteel dat hij al gastvrij ter beschikking had gesteld aan Mary en haar zes maanden oude baby. James ging diep door de knieën voor de Zonnekoning, zo diep dat enkele verbaasde hovelingen zich afvroegen waarom de koning van Engeland zichzelf zo vernederde. Louis nam zijn neef bij de arm, trok hem overeind en omhelsde hem als een broer waarna James zich herstelde. Daarna begeleidde de koning zijn gast naar zijn weelderige privévertrekken waar Mary van Modena resideerde. Aanstellerig verenigde Louis het paar dat elkaar snikkend om de hals viel.
In de dagen na de hereniging begon James zich af te vragen of zich ooit een kans zou voordoen terug te keren naar Engeland. Hoewel enkele jakobieten hem moed inpraatten, leek James bereid zijn lot te accepteren, ook als dat betekende dat hij de rest van zijn leven in Frankrijk zou moeten slijten. Dit perspectief werd waarschijnlijker toen Willem en Mary drie maanden na zijn landing in Ambleteuse tot koning en koningin van Engeland werden gekroond. Verbitterd vroegen James en zijn vrouw zich af waarom ze zich zo makkelijk uit Engeland hadden laten verdrijven. Louis bleek gelukkig gastvrij voor zijn Engelse gasten, al paste James niet in Versailles waar veel hovelingen hem een vreemde snuiter vonden - James maakte vaak een onhandige indruk, beheerste de Franse taal slecht en wist zich bij gelegenheid geen houding te geven. Gefortuneerde Franse edelen keken argwanend naar de hoge lasten die dit majestueuze verblijf met zich meebracht; belastingverhogingen stonden in het vooruitzicht, al was het maar om een herovering van de Engelse troon te financieren. Louis had daartoe het Ierse plan opgevat en testte van tijd tot tijd of James bereid was strijd te leveren voor wat hij had verloren. De Zonnekoning stelde vast dat de ambitie van James om de troon van Engeland te heroveren nogal gering was. Maar uiteindelijk konden Louis en zijn listige raadgevers James motiveren naar Ierland te varen. Vooral de jakobieten wisten hun koning ervan te overtuigen dat zijn aanwezigheid een grote steun zou zijn voor de legers die bereid waren in Ierland voor hem te vechten.
Maar na de fatale slag bij de Boyne in 1690 en zijn snelle aftocht had James, in tegenstelling tot Louis, geen belangstelling meer om Willem en Mary van de Engelse troon te stoten. Toch bezweek James zes jaar later opnieuw, onder grote druk, om in het voorjaar naar Calais te rijden waar een Frans-Iers leger zich samentrok. In Engeland spande de recalcitrante Sir John Fenwick met andere jakobieten samen om een Franse invasie te ondersteunen. Er was zelfs een vergevorderd plan om Willem te vermoorden - een aanslag die volgens de jakobieten makkelijk was uit te voeren. Willem had namelijk de gewoonte ontwikkeld om na de jacht in Richmond een deel van de route alleen te rijden. Maar Willem's spionagenetwerk kreeg lucht van de samenzwering waarna Fenwick en zijn medeplichtigen werden gearresteerd en de Franse invasie werd afgeblazen. De represailles voor Fenwick waren niet mild: hij werd in januari 1697 op Tower Hill onthoofd en zijn bezittingen werden in beslag genomen, onder andere Sorrel, het paard dat vijf jaar later een hoofdrol speelde toen het struikelde en Willem zijn sleutelbeen brak.
Voor de Fransen bleef James nog lang de rechtmatige koning van Engeland. Pas bij het ondertekenen van de Vrede van Rijswijk op 20 september 1697, ruim acht jaar nadat Willem en Mary de kroon van Engeland hadden aanvaard, accepteerde Louis Willem als koning, Mary was al bijna twee jaar dood. Het verdrag maakte een eind aan de Negenjarige Oorlog waarbij de in 1686 opgerichte Liga van Augsburg, inmiddels uitgegroeid tot de Grote Alliantie, en Frankrijk zich verzoenden.
In de tweede helft van de jaren negentig ging de gezondheid van James achteruit en besloot hij de tijd die hem restte te besteden aan het optekenen van zijn memoires. In het comfort van zijn studeerkamer in Saint-Germain-en-Laye beleefde de bijna vijfenzestigjarige James zijn maritieme overwinningen opnieuw - bij het krassen van zijn ganzenveer en tussen brieven en boeken hoopte de streng gelovige James op vergeving van God. Er wordt zelfs beweerd dat James als martelaar wilde sterven, wat gezien zijn pathetische aanleg niet eens onwaarschijnlijk is. Met zijn pennenvruchten hoopte hij voor het nageslacht een waardig beeld van zichzelf neer te zetten. Zonder veel succes want de meeste geschiedschrijvers zijn zelden positief over hem.
Tot het eind van zijn leven bleef James ervan overtuigd dat het katholieke geloof superieur was en dat ook het Engelse volk dat hem had verstoten dit uiteindelijk zou inzien. James had alle hoop op zijn zoon gezet. James Francis Edward zou Engeland heroveren en er voor zorgen dat Engeland alsnog katholiek zou worden. Met die overtuiging zou James Schotten en jakobieten tot aan het eind van de achttiende eeuw weten te inspireren. Bonnie Prince Charlie, James’ kleinzoon, werd zelfs een nationale held in Schotland. Wie de Hooglanden bezoekt, komt Bonnie Prince Charlie overal tegen waar hij als middelpunt van de Schotse onafhankelijkheid wordt gepropageerd.
In de laatste fase van zijn leven zonderde James zich steeds meer af. Hij leefde als een jezuïet en berouwde zijn vroegere rokkenjagerij. Dit zat hem zo dwars, dat koning Louis hem uit medeleven zijn persoonlijke biechtvader, Francois d’Aix de La Chaise, stuurde om James van zijn zonden te verlossen.
Op 2 september 1701 raakte James tijdens de mis in de koninklijke kapel buiten bewustzijn - het bleek een beroerte. Even herwon hij zijn krachten maar twee dagen later, trof hem een volgende hersenbloeding. Hoewel bedlegerig bleef James helder van geest en op 4 september nam hij de moeite om zijn opponenten alles te vergeven. Daarbij noemde hij specifiek zijn neef en schoonzoon Willem, zijn dochter Anne en de Duitse Keizer Leopold I en betitelde hen zelfs ‘zijn weldoeners omdat zij hem, door hem zoveel schade te berokkenen, dichter bij een begrip van God hadden gebracht’.
Voordat James op vrijdag 16 september zijn laatste adem uitblies, had hij de wens uitgesproken eenvoudig te worden begraven. Eigenlijk had hij bij het altaar van Eduard de Belijder in Westminster Abbey bijgezet willen worden maar dat zou, vanwege zijn ballingschap, niet gaan. Daarom werd het de kerk van Saint-Germain-en-Laye. Op de eenvoudige grafsteen werd geschreven: ‘Hier ligt koning James.’
Hoe totaal anders was de Zonnekoning. Hij was door God verkozen te regeren over zijn onderdanen. Hij was de uitverkorene. Hij was de leider van een groot rijk, een katholiek Europa. Geboren in 1638, twaalf jaar eerder dan Willem, en gestorven in 1715, dertien jaar na Willem, werd Louis XIV één van de langst regerende Europese koningen.
Toen zijn tijd kwam, verloor hij niets van zijn koninklijke waardigheid. Op 17 augustus 1715 was de koning te ziek om uit bed te komen maar eiste dat alle feesten ongehinderd zouden doorgaan. Louis leek van plan te sterven zoals hij had geleefd - groots, meeslepend en bovenal tussen zijn hovelingen. Op 31 augustus verloor hij zijn bewustzijn en de volgende dag, 1 september, gaf hij de geest, vier dagen voor zijn zevenenzeventigste verjaardag. Tegen zijn achterkleinzoon, de hertog van Anjou, sprak hij de laatste woorden: ‘Ooit zul je koning worden. Probeer vrede te bewaren met je buurlanden; ik heb teveel van oorlog gehouden…’
Louis’ ideologie van een glorieus Frankrijk strookte niet met de staatkunde van zijn calvinistische achterneef. Maar net als Louis, geloofde ook Willem in Goddelijke voorzienigheid. De Haagse predikant Cornelis Trigland had Willem als kind zijn lotsbeschikking met de paplepel ingegeven: door zijn afkomst was de jonge prins voorbeschikt om het volk en haar protestante kerk uit de duisternis te leiden. Later waren Willem en zijn aanhangers er van overtuigd dat Oranje de goddelijke taak had om de ‘universele monarchie’ van de Zonnekoning te verhoeden.
Gedreven door wilskracht wist koning Willem, als een hinderlijke wesp bij een zomerse lunch, de imperialistische droom van Louis voortdurend te saboteren. De oorlog tegen Frankrijk winnen, lukte uiteindelijk niet. De Grote Alliantie bleek niet sterk genoeg Frankrijk uit te schakelen wat gezien de militaire overmacht van het land niet verwonderlijk was. Evengoed beheerste Willem als koning van Engeland tot zijn dood in 1702 de politiek van Europa en bleef hij de stuwende kracht achter de Grote Alliantie. Het is aan Willem te danken dat de bondgenoten zich bleven weren tegen de ‘Allerchristelijkste Koning’ die het Europese continent decennia lang wist te domineren.
Willem overleed op 19 maart 1702 aan de complicaties die hij had opgelopen na een val van zijn paard twee weken eerder. Willem had Sorrel aangespoord te galopperen waarna het ros onverwacht door zijn knieën zakte en Willem zijn evenwicht verloor. Naar eigen zeggen had hij nog geprobeerd om Sorrel overeind te houden door aan de teugels te trekken. Het kon niet voorkomen dat hij met zijn rechterschouder tegen de grond smakte waardoor zijn sleutelbeen brak. Willem was een voortreffelijk ruiter en deze val, zo dicht bij huis, zal een ieder hebben verrast.
Dokter Stephen Etienne Ronjat, een hugenoot die met Willem naar Engeland was gekomen, zette het gebroken sleutelbeen in Hampton Court waarna de koning, zoals hij altijd deed, dineerde. Onder ernstig protest van zijn artsen, stapte hij daarna in een koets om terug te rijden naar het kleinere en geliefde Kensington. Het geschud onderweg ontwrichtte zijn schouder zodat de arts Govert Bidloo deze opnieuw moest zetten. En hoewel de breuk herstelde, verslechterde Willem's gezondheid langzaam.
Om afleiding te zoeken was hij regelmatig te vinden in zijn galerie omringd door zijn kunstverzameling. Bij zijn laatste bezoek viel hij op een stoel voor een open raam in slaap. Toen hij een uur later met hoge koorts ontwaakte, besefte hij de ernst van de situatie. De dagen erna handelde hij Zaken van Staat in bed af. Hij bedankte de hertog van Mecklenburg dat hij de kant van de Duitse keizer had gekozen en maakte aan het Lagerhuis zijn wens kenbaar dat Engeland en Schotland zich zouden verenigen. Bij de Engelse lords benadrukte hij het belang van de Grote Alliantie en een blijvend bondgenootschap met de Republiek. Daarna nam hij één voor één afscheid van zijn vertrouwelingen.
Op 18 maart werd Govert Bidloo om drie uur in de ochtend gewekt.
‘Je tire vers ma fin’, [ik nader mijn einde] fluisterde Willem hem toe terwijl de dokter zijn verzwakte lichaam ondersteunde. Toen Bentinck aan zijn bed verscheen, kon hij niet meer praten. Hij drukte de hand van zijn oude vriend aan zijn borst en enkele minuten voor acht uur in de ochtend van 18 maart kwam, een half jaar na de dood van James, een eind aan dit leven vol strijd en tegenstrijdigheden.
Bij de lijkschouwing bleek Willem al een tijd ziek te zijn geweest. Zijn magere lichaam was gezwollen van het vocht, vooral zijn benen en handen, de longen ontstoken en de darmen gevuld met zwart bloed. De artsen verbaasden zich er over dat hij toch zo lang had kunnen leven. Op 22 april werd Willem bijgezet in het graf in Westminster Abbey. Wie de Abbey bezoekt, kan zich vergapen aan de pracht en praal van de talrijke grafmonumenten. Maar aan Willem en Mary is geen aandacht geschonken - als je niet weet waar het graf zich bevindt, loop je er aan voorbij.
Vergeleken met zijn overgrootvader Willem de Zwijger of met admiraal Michiel de Ruyter, zou Willem het er als nationale held niet slecht van afbrengen. Zonder hem was de Republiek immers ten onder gegaan aan een Frans-Engelse coalitie. Maar Willem was een gesloten man bij wie een heldenstatus nauwelijks past. Zijn introversie en zijn onbuigzaamheid stonden hem, zeker de laatste jaren van zijn leven, in de weg. Als koning van Engeland kwam hij regelmatig in aanvaring met het parlement en zijn ministers stoorden zich aan de zwijgzame en prikkelbare koning. Willem's hofhouding bleef voor veel Engelsen een onoverzichtelijk labyrint waarbij de hovelingen zich ergerden aan de bevoorrechte positie van de Hollanders. De koning vonden ze teruggetrokken, zelfs mensenschuw. En helemaal ongelijk hadden ze niet want Willem die in het bedompte Whitehall slecht kon ademen, trok zich met zijn naaste vertrouwelingen liever terug in Kensington of Hampton Court.
Op zijn beurt ergerde Willem zich aan de huichelachtige Engelsen en popelde vanaf de eerste dag in Londen terug te kunnen keren naar Den Haag. Zijn wens werd pas werkelijkheid op 26 januari 1691 toen hij naar Holland vertrok om als koning van Engeland het internationale congres in Den Haag bij te wonen. Willem was nu de centrale figuur geworden van Europa’s weerstand tegen de Zonnekoning. De Liga van Augsburg, in 1686 opgericht door de Duitse keizer Leopold I om de Palts tegen Frankrijk te beschermen, kon nu met Engeland, Schotland en de Republiek der Nederlanden worden uitgebreid tot de Grote Alliantie. Gezamenlijk trokken ze op tegen het Franse schrikbewind.
Als protagonist van de Glorieuze Revolutie wordt Willem vaak bestempeld als held óf als usurpator. Maar of je hem nu viert of afbreekt, één ding is zeker: zonder Willem was de Europese alliantie niet tot stand gekomen. Als koning in Europa werd Willem de schakel tussen verschillende vorstenhuizen waardoor een Europese machtsbalans kon ontstaan. In Engeland kon het parlement zich als het belangrijkste instrument van bestuur ontwikkelen waarmee de absolute macht van de koning tot het verleden behoorde. Achteraf bezien liep Engeland daarmee honderd jaar voor op Frankrijk waar het nog een eeuw duurde voordat de bevolking in een bloedige revolutie een einde maakte aan de monarchie van het Huis van Bourbon.
Na Willem's koningschap vocht Engeland nog jaren aan de zijde van Nederland waardoor een Franse overheersing van continentaal Europa werd voorkomen. Maar het zou nog tot de Vrede van Utrecht in 1713 duren voordat een stabieler Europees machtsevenwicht tot stand kwam. Al was dit elf jaar na zijn dood, Willem mag gezien worden als de postume architect van deze vrede. Met deze politieke verrichtingen is Willem een doorslaggevend personage in de Europese ontstaansgeschiedenis. In Engeland zou een grotere erkenning van de hardst werkende koning die het land ooit kende, niet misplaatst zijn. In Nederland past voor Willem als koning in Europa en redder van de Republiek een heldenstatus.
Koning in Europa lezen? Ik heb nog enkele getekende exemplaren (19 maart, 2022)!
van drie Europese koningen wordt beschreven; James, Louis en Willem...
Toen James na zijn vlucht uit Engeland in januari 1689 landde aan de Franse kust in Ambleteuse, zakte hij nederig door de knieën om God te danken voor zijn verlossing. De toekomst zag er, wat hem betrof, bemoedigend uit. De gevluchte koning besefte op dat moment waarschijnlijk niet dat hij nooit meer een voet op vaderlandse bodem zou zetten.
Na een korte rustpauze in een dichtbij gelegen boerderij, werd James naar Versailles gereden waar hij hoopte zich met zijn vrouw te herenigen. Vlak voordat de koets bij het immense paleis arriveerde, bereikte hem het bericht dat koning Louis hem zou verwelkomen in Saint-Germain-en-Laye, ongeveer zestien kilometer ten noorden van Versailles, waar zijn echtgenote en zoontje, Mary van Modena en de Prins van Wales, op hem wachtten.
De koets jakkerde verder en reed laat in de middag van 7 januari 1689 het binnenhof van het paleis van Saint-Germain-en-Laye op. Louis verwelkomde James hartelijk in zijn geboortekasteel dat hij al gastvrij ter beschikking had gesteld aan Mary en haar zes maanden oude baby. James ging diep door de knieën voor de Zonnekoning, zo diep dat enkele verbaasde hovelingen zich afvroegen waarom de koning van Engeland zichzelf zo vernederde. Louis nam zijn neef bij de arm, trok hem overeind en omhelsde hem als een broer waarna James zich herstelde. Daarna begeleidde de koning zijn gast naar zijn weelderige privévertrekken waar Mary van Modena resideerde. Aanstellerig verenigde Louis het paar dat elkaar snikkend om de hals viel.
In de dagen na de hereniging begon James zich af te vragen of zich ooit een kans zou voordoen terug te keren naar Engeland. Hoewel enkele jakobieten hem moed inpraatten, leek James bereid zijn lot te accepteren, ook als dat betekende dat hij de rest van zijn leven in Frankrijk zou moeten slijten. Dit perspectief werd waarschijnlijker toen Willem en Mary drie maanden na zijn landing in Ambleteuse tot koning en koningin van Engeland werden gekroond. Verbitterd vroegen James en zijn vrouw zich af waarom ze zich zo makkelijk uit Engeland hadden laten verdrijven. Louis bleek gelukkig gastvrij voor zijn Engelse gasten, al paste James niet in Versailles waar veel hovelingen hem een vreemde snuiter vonden - James maakte vaak een onhandige indruk, beheerste de Franse taal slecht en wist zich bij gelegenheid geen houding te geven. Gefortuneerde Franse edelen keken argwanend naar de hoge lasten die dit majestueuze verblijf met zich meebracht; belastingverhogingen stonden in het vooruitzicht, al was het maar om een herovering van de Engelse troon te financieren. Louis had daartoe het Ierse plan opgevat en testte van tijd tot tijd of James bereid was strijd te leveren voor wat hij had verloren. De Zonnekoning stelde vast dat de ambitie van James om de troon van Engeland te heroveren nogal gering was. Maar uiteindelijk konden Louis en zijn listige raadgevers James motiveren naar Ierland te varen. Vooral de jakobieten wisten hun koning ervan te overtuigen dat zijn aanwezigheid een grote steun zou zijn voor de legers die bereid waren in Ierland voor hem te vechten.
Maar na de fatale slag bij de Boyne in 1690 en zijn snelle aftocht had James, in tegenstelling tot Louis, geen belangstelling meer om Willem en Mary van de Engelse troon te stoten. Toch bezweek James zes jaar later opnieuw, onder grote druk, om in het voorjaar naar Calais te rijden waar een Frans-Iers leger zich samentrok. In Engeland spande de recalcitrante Sir John Fenwick met andere jakobieten samen om een Franse invasie te ondersteunen. Er was zelfs een vergevorderd plan om Willem te vermoorden - een aanslag die volgens de jakobieten makkelijk was uit te voeren. Willem had namelijk de gewoonte ontwikkeld om na de jacht in Richmond een deel van de route alleen te rijden. Maar Willem's spionagenetwerk kreeg lucht van de samenzwering waarna Fenwick en zijn medeplichtigen werden gearresteerd en de Franse invasie werd afgeblazen. De represailles voor Fenwick waren niet mild: hij werd in januari 1697 op Tower Hill onthoofd en zijn bezittingen werden in beslag genomen, onder andere Sorrel, het paard dat vijf jaar later een hoofdrol speelde toen het struikelde en Willem zijn sleutelbeen brak.
Voor de Fransen bleef James nog lang de rechtmatige koning van Engeland. Pas bij het ondertekenen van de Vrede van Rijswijk op 20 september 1697, ruim acht jaar nadat Willem en Mary de kroon van Engeland hadden aanvaard, accepteerde Louis Willem als koning, Mary was al bijna twee jaar dood. Het verdrag maakte een eind aan de Negenjarige Oorlog waarbij de in 1686 opgerichte Liga van Augsburg, inmiddels uitgegroeid tot de Grote Alliantie, en Frankrijk zich verzoenden.
In de tweede helft van de jaren negentig ging de gezondheid van James achteruit en besloot hij de tijd die hem restte te besteden aan het optekenen van zijn memoires. In het comfort van zijn studeerkamer in Saint-Germain-en-Laye beleefde de bijna vijfenzestigjarige James zijn maritieme overwinningen opnieuw - bij het krassen van zijn ganzenveer en tussen brieven en boeken hoopte de streng gelovige James op vergeving van God. Er wordt zelfs beweerd dat James als martelaar wilde sterven, wat gezien zijn pathetische aanleg niet eens onwaarschijnlijk is. Met zijn pennenvruchten hoopte hij voor het nageslacht een waardig beeld van zichzelf neer te zetten. Zonder veel succes want de meeste geschiedschrijvers zijn zelden positief over hem.
Tot het eind van zijn leven bleef James ervan overtuigd dat het katholieke geloof superieur was en dat ook het Engelse volk dat hem had verstoten dit uiteindelijk zou inzien. James had alle hoop op zijn zoon gezet. James Francis Edward zou Engeland heroveren en er voor zorgen dat Engeland alsnog katholiek zou worden. Met die overtuiging zou James Schotten en jakobieten tot aan het eind van de achttiende eeuw weten te inspireren. Bonnie Prince Charlie, James’ kleinzoon, werd zelfs een nationale held in Schotland. Wie de Hooglanden bezoekt, komt Bonnie Prince Charlie overal tegen waar hij als middelpunt van de Schotse onafhankelijkheid wordt gepropageerd.
In de laatste fase van zijn leven zonderde James zich steeds meer af. Hij leefde als een jezuïet en berouwde zijn vroegere rokkenjagerij. Dit zat hem zo dwars, dat koning Louis hem uit medeleven zijn persoonlijke biechtvader, Francois d’Aix de La Chaise, stuurde om James van zijn zonden te verlossen.
Op 2 september 1701 raakte James tijdens de mis in de koninklijke kapel buiten bewustzijn - het bleek een beroerte. Even herwon hij zijn krachten maar twee dagen later, trof hem een volgende hersenbloeding. Hoewel bedlegerig bleef James helder van geest en op 4 september nam hij de moeite om zijn opponenten alles te vergeven. Daarbij noemde hij specifiek zijn neef en schoonzoon Willem, zijn dochter Anne en de Duitse Keizer Leopold I en betitelde hen zelfs ‘zijn weldoeners omdat zij hem, door hem zoveel schade te berokkenen, dichter bij een begrip van God hadden gebracht’.
Voordat James op vrijdag 16 september zijn laatste adem uitblies, had hij de wens uitgesproken eenvoudig te worden begraven. Eigenlijk had hij bij het altaar van Eduard de Belijder in Westminster Abbey bijgezet willen worden maar dat zou, vanwege zijn ballingschap, niet gaan. Daarom werd het de kerk van Saint-Germain-en-Laye. Op de eenvoudige grafsteen werd geschreven: ‘Hier ligt koning James.’
Hoe totaal anders was de Zonnekoning. Hij was door God verkozen te regeren over zijn onderdanen. Hij was de uitverkorene. Hij was de leider van een groot rijk, een katholiek Europa. Geboren in 1638, twaalf jaar eerder dan Willem, en gestorven in 1715, dertien jaar na Willem, werd Louis XIV één van de langst regerende Europese koningen.
Toen zijn tijd kwam, verloor hij niets van zijn koninklijke waardigheid. Op 17 augustus 1715 was de koning te ziek om uit bed te komen maar eiste dat alle feesten ongehinderd zouden doorgaan. Louis leek van plan te sterven zoals hij had geleefd - groots, meeslepend en bovenal tussen zijn hovelingen. Op 31 augustus verloor hij zijn bewustzijn en de volgende dag, 1 september, gaf hij de geest, vier dagen voor zijn zevenenzeventigste verjaardag. Tegen zijn achterkleinzoon, de hertog van Anjou, sprak hij de laatste woorden: ‘Ooit zul je koning worden. Probeer vrede te bewaren met je buurlanden; ik heb teveel van oorlog gehouden…’
Louis’ ideologie van een glorieus Frankrijk strookte niet met de staatkunde van zijn calvinistische achterneef. Maar net als Louis, geloofde ook Willem in Goddelijke voorzienigheid. De Haagse predikant Cornelis Trigland had Willem als kind zijn lotsbeschikking met de paplepel ingegeven: door zijn afkomst was de jonge prins voorbeschikt om het volk en haar protestante kerk uit de duisternis te leiden. Later waren Willem en zijn aanhangers er van overtuigd dat Oranje de goddelijke taak had om de ‘universele monarchie’ van de Zonnekoning te verhoeden.
Gedreven door wilskracht wist koning Willem, als een hinderlijke wesp bij een zomerse lunch, de imperialistische droom van Louis voortdurend te saboteren. De oorlog tegen Frankrijk winnen, lukte uiteindelijk niet. De Grote Alliantie bleek niet sterk genoeg Frankrijk uit te schakelen wat gezien de militaire overmacht van het land niet verwonderlijk was. Evengoed beheerste Willem als koning van Engeland tot zijn dood in 1702 de politiek van Europa en bleef hij de stuwende kracht achter de Grote Alliantie. Het is aan Willem te danken dat de bondgenoten zich bleven weren tegen de ‘Allerchristelijkste Koning’ die het Europese continent decennia lang wist te domineren.
Willem overleed op 19 maart 1702 aan de complicaties die hij had opgelopen na een val van zijn paard twee weken eerder. Willem had Sorrel aangespoord te galopperen waarna het ros onverwacht door zijn knieën zakte en Willem zijn evenwicht verloor. Naar eigen zeggen had hij nog geprobeerd om Sorrel overeind te houden door aan de teugels te trekken. Het kon niet voorkomen dat hij met zijn rechterschouder tegen de grond smakte waardoor zijn sleutelbeen brak. Willem was een voortreffelijk ruiter en deze val, zo dicht bij huis, zal een ieder hebben verrast.
Dokter Stephen Etienne Ronjat, een hugenoot die met Willem naar Engeland was gekomen, zette het gebroken sleutelbeen in Hampton Court waarna de koning, zoals hij altijd deed, dineerde. Onder ernstig protest van zijn artsen, stapte hij daarna in een koets om terug te rijden naar het kleinere en geliefde Kensington. Het geschud onderweg ontwrichtte zijn schouder zodat de arts Govert Bidloo deze opnieuw moest zetten. En hoewel de breuk herstelde, verslechterde Willem's gezondheid langzaam.
Om afleiding te zoeken was hij regelmatig te vinden in zijn galerie omringd door zijn kunstverzameling. Bij zijn laatste bezoek viel hij op een stoel voor een open raam in slaap. Toen hij een uur later met hoge koorts ontwaakte, besefte hij de ernst van de situatie. De dagen erna handelde hij Zaken van Staat in bed af. Hij bedankte de hertog van Mecklenburg dat hij de kant van de Duitse keizer had gekozen en maakte aan het Lagerhuis zijn wens kenbaar dat Engeland en Schotland zich zouden verenigen. Bij de Engelse lords benadrukte hij het belang van de Grote Alliantie en een blijvend bondgenootschap met de Republiek. Daarna nam hij één voor één afscheid van zijn vertrouwelingen.
Op 18 maart werd Govert Bidloo om drie uur in de ochtend gewekt.
‘Je tire vers ma fin’, [ik nader mijn einde] fluisterde Willem hem toe terwijl de dokter zijn verzwakte lichaam ondersteunde. Toen Bentinck aan zijn bed verscheen, kon hij niet meer praten. Hij drukte de hand van zijn oude vriend aan zijn borst en enkele minuten voor acht uur in de ochtend van 18 maart kwam, een half jaar na de dood van James, een eind aan dit leven vol strijd en tegenstrijdigheden.
Bij de lijkschouwing bleek Willem al een tijd ziek te zijn geweest. Zijn magere lichaam was gezwollen van het vocht, vooral zijn benen en handen, de longen ontstoken en de darmen gevuld met zwart bloed. De artsen verbaasden zich er over dat hij toch zo lang had kunnen leven. Op 22 april werd Willem bijgezet in het graf in Westminster Abbey. Wie de Abbey bezoekt, kan zich vergapen aan de pracht en praal van de talrijke grafmonumenten. Maar aan Willem en Mary is geen aandacht geschonken - als je niet weet waar het graf zich bevindt, loop je er aan voorbij.
Vergeleken met zijn overgrootvader Willem de Zwijger of met admiraal Michiel de Ruyter, zou Willem het er als nationale held niet slecht van afbrengen. Zonder hem was de Republiek immers ten onder gegaan aan een Frans-Engelse coalitie. Maar Willem was een gesloten man bij wie een heldenstatus nauwelijks past. Zijn introversie en zijn onbuigzaamheid stonden hem, zeker de laatste jaren van zijn leven, in de weg. Als koning van Engeland kwam hij regelmatig in aanvaring met het parlement en zijn ministers stoorden zich aan de zwijgzame en prikkelbare koning. Willem's hofhouding bleef voor veel Engelsen een onoverzichtelijk labyrint waarbij de hovelingen zich ergerden aan de bevoorrechte positie van de Hollanders. De koning vonden ze teruggetrokken, zelfs mensenschuw. En helemaal ongelijk hadden ze niet want Willem die in het bedompte Whitehall slecht kon ademen, trok zich met zijn naaste vertrouwelingen liever terug in Kensington of Hampton Court.
Op zijn beurt ergerde Willem zich aan de huichelachtige Engelsen en popelde vanaf de eerste dag in Londen terug te kunnen keren naar Den Haag. Zijn wens werd pas werkelijkheid op 26 januari 1691 toen hij naar Holland vertrok om als koning van Engeland het internationale congres in Den Haag bij te wonen. Willem was nu de centrale figuur geworden van Europa’s weerstand tegen de Zonnekoning. De Liga van Augsburg, in 1686 opgericht door de Duitse keizer Leopold I om de Palts tegen Frankrijk te beschermen, kon nu met Engeland, Schotland en de Republiek der Nederlanden worden uitgebreid tot de Grote Alliantie. Gezamenlijk trokken ze op tegen het Franse schrikbewind.
Als protagonist van de Glorieuze Revolutie wordt Willem vaak bestempeld als held óf als usurpator. Maar of je hem nu viert of afbreekt, één ding is zeker: zonder Willem was de Europese alliantie niet tot stand gekomen. Als koning in Europa werd Willem de schakel tussen verschillende vorstenhuizen waardoor een Europese machtsbalans kon ontstaan. In Engeland kon het parlement zich als het belangrijkste instrument van bestuur ontwikkelen waarmee de absolute macht van de koning tot het verleden behoorde. Achteraf bezien liep Engeland daarmee honderd jaar voor op Frankrijk waar het nog een eeuw duurde voordat de bevolking in een bloedige revolutie een einde maakte aan de monarchie van het Huis van Bourbon.
Na Willem's koningschap vocht Engeland nog jaren aan de zijde van Nederland waardoor een Franse overheersing van continentaal Europa werd voorkomen. Maar het zou nog tot de Vrede van Utrecht in 1713 duren voordat een stabieler Europees machtsevenwicht tot stand kwam. Al was dit elf jaar na zijn dood, Willem mag gezien worden als de postume architect van deze vrede. Met deze politieke verrichtingen is Willem een doorslaggevend personage in de Europese ontstaansgeschiedenis. In Engeland zou een grotere erkenning van de hardst werkende koning die het land ooit kende, niet misplaatst zijn. In Nederland past voor Willem als koning in Europa en redder van de Republiek een heldenstatus.
Koning in Europa lezen? Ik heb nog enkele getekende exemplaren (19 maart, 2022)!